5 maart 2020 – Cybercrime roept al snel beelden op van duistere koffietentjes en schimmige zolderkamertjes. En van criminelen waar je moeilijk grip op krijgt. Niet voor de recherche in Zuid-Holland. “Iedereen die met een 10-bits koevoet rondloopt, heeft iets uit te leggen.”
Cybercriminelen zijn helemaal niet zo moeilijk te pakken, zegt recherche-chef Joey Lasmering uit Zuid-Holland. Je moet gewoon weten waar je moet zoeken. “Is iemand opgelicht op Marktplaats? Vraag altijd naar een duidelijk signalement van de dader. Antwoorden als ‘ik zag alleen een beeldscherm’, kunnen we niks mee.” Ook sporen zijn volgens de chef cruciaal. “Bij sextortion voeren we altijd DNA onderzoek uit bij het slachtoffer. En bij gehackte bedrijven bekijken we alle camerabeelden.”
Ook in het verkeer en bij preventief fouilleren, blijven volgens de chef veel kansen liggen. “Een stapel draadloze toetsenborden onder je arm is niet strafbaar natuurlijk. Maar als bij het fouilleren de bitcoins uit iemands zak rollen, moet je natuurlijk doorpakken.” Een recente verkeerscontrole leverde een mooie vangst op. “Zo troffen we gisteren een kofferbak vol ransom-ware aan. Je wilt niet weten wat er was gebeurd als dat spul op de markt was gekomen. Ik denk dat we enkele CEO’s wel een paar miljoenen hebben bespaard, haha.”
Lasmering roept andere teams op vooral hun kennis bij hem te komen opfrissen. “We kunnen wel doen of cybercrime een lokaal probleem is, maar voor je het weet pakken ze de scooter naar het dorp tien kilometer verderop.”